Op deze pagina vindt u de volgende informatie.

Wat is Wheel of Sports?

Wheel of Sports van OmniPlay Sports is een door specialisten opgesteld en uitgevoerd trainingsprogramma met als doel een brede motorische ontwikkeling te stimuleren. Het trainingsprogramma wordt op de doelgroep (type sport) en behoefte (topsport/breedte/leeftijd) afgestemd. Wheel of Sports  wordt in het bestaande trainingsprogramma van de vereniging geïntegreerd.  OmniPlay Sports stelt het trainingsprogramma op en zorgt voor gekwalificeerde trainers en de benodigde  materialen. Ook de communicatie naar spelers, ouders, coaches en trainers wordt door OmniPlay Sports ondersteund.

Het breed motorische trainingsprogramma wordt samengesteld aan de hand van relevante bewegingen en trainingsvormen uit andere sporten.  Het uiteindelijke doel is minder blessures, betere sportprestaties en meer spelplezier van jeugdleden. Hierdoor blijven zij langer sporten en voor de vereniging behouden.

OmniPlay Sports maakt voor iedere vereniging een programma op maat:

  • Wij gaan in gesprek om aan te sluiten bij de doelstelling van de vereniging.
  • We passen de huidige programma’s aan op het niveau van de spelers. Dus zowel de topsporter als de gezelligheidssporter kan zich ontwikkelen bij OmniPlaysports!
  • Daarnaast passen we de programma’s ook aan op de leeftijd (tot en met 18 jaar).

Waarom Wheel of Sports?

Vanuit diverse studies en publicaties blijkt dat de jongere generaties in tegentelling tot 35 jaar geleden motorisch minder goed ontwikkeld zijn . Als mogelijke oorzaken komt naar voren dat er minder buiten gespeeld wordt en er bij sporten steeds meer en vroeger sportspecifiek wordt getraind. Opvallend is dat bij topatleten een tegenovergestelde beweging plaatsvindt. Er blijkt juist sprake te zijn van betere topsport-prestaties als sporters in de jeugd meerdere sporten hebben beoefend. Uit een onderzoek in 2002 blijkt dat olympische medaillewinnaars per persoon  gemiddeld 3,4 sporten op school deden en 3.1 sporten buiten school. Daarnaast zijn er ook steeds meer blessures onder kinderen tot en met 17 jaar. In 2018 waren dit 1.000.000 blessuren, een jaar later waren dit er 1.500.000.

Al jarenlang wordt er gedacht dat eenzijdige fysieke ontwikkeling de kans op blessures vergroot. Eenzijdige fysieke belasting kan overbelasting-blessures veroorzaken en zorgen voor een verminderde balans binnen het motorisch systeem. Hoe dichter het kind bij de groeispurt komt hoe groter de kans is op groei gerelateerde blessures. Naast blessures is te weinig variatie binnen trainingen en gebrek aan plezier een belangrijke reden voor kinderen om niet  te participeren in trainingen of te stoppen.

Binnen de hockeysport wordt ook veel sport specifiek getraind. Een aantal (hockey)clubs zijn programma’s gestart waarmee ze proberen in hun jeugdopleiding trainingen te ontwikkelen, waarmee de jonge sporter zich breder kan ontwikkelen. Maar de meeste clubs hebben niet de mogelijkheden een dergelijk trainingsprogramma op te stellen en te  organiseren. Uit onderzoek blijkt dat deze clubs wel geïnteresseerd zijn in een georganiseerd aanbod dat helpt om jeugdspelers breder motorisch te ontwikkelen.

Het bieden van een totaaloplossing voor sportverenigingen is een goede mogelijkheid om op basis van wetenschappelijke kennis over motorische ontwikkeling de groei van blessures bij kinderen en het verminderde plezier bij eenzijdig trainen te verminderen.

Literatuur

Baker, J. (2003). Early specialization in youth sport: A requirement for adult expertise? High Ability Studies, 14(1), 85-94.

Collard, D., Chinapaw, M., Verhagen, E., Valkenberg, H., & Lucassen, J. (2014). Motorische fitheid van basisschool kinderen (10-12 jaar).

Dalton, S. E. (1992). Overuse injuries in adolescent athletes. Sports Medicine, 13(1), 58-70.

Deelen, I., Ettema, D., & Kamphuis, C. B. (2018). Time-use and environmental determinants of dropout from organized youth football and tennis. BMC Public Health, 18(1), 1-15.

DiFiori, J. P. (2010). Evaluation of overuse injuries in children and adolescents. Current Sports Medicine Reports, 9(6), 372-378.

Fraser-Thomas, J., Coté, J., & Deakin, J. (2008). Examining adolescent sport dropout and prolonged engagement from a developmental perspective. Journal of Applied Sport Psychology, 20(3), 318-333.

Hill, R., McConnell, A., Forster, T., & Moore, J. (2002). The path to excellence: A comprehensive view of development of U.S. olympians who competed from 1984-1998. . Colorado Springs, CO: United States Olympic Committee.,

Sportblessurepreventie. Retrieved 6 mei, 2021, from https://www.veiligheid.nl/sportblessures

Vandorpe, B., Vandendriessche, J., Lefèvre, J., Pion, J., Vaeyens, R., Matthys, S., et al. (2011). The körperkoordinationstest für kinder: Reference values and suitability for 6–12‐year‐old children in flanders.Scandinavian Journal of Medicine & Science in Sports, 21(3), 378-388.

Wormhoudt, R., Savelsbergh, G. J., Teunissen, J. W., & Davids, K. (2017). The athletic skills model: Optimizing talent development through movement education Routledge.